Een beetje hoop - Wietske Dijkstra - auteur

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Een beetje hoop

Donderdag 1 december 2016

Afgelopen dinsdag zagen Walter en ik professor dr. Casper van Eijck in Rotterdam. Die chirurg van het Erasmus MC stelde een ander, althans, aanvullender behandelplan voor. Bovendien noemde hij daarbij een percentage van 30 tot 40 % en dat percentage duidde, maar mogelijk heb ik dat verkeerd begrepen, op de kans om te overleven! ‘Dat is veel!’, riep ik natuurlijk onmiddellijk. Hij keek me verbaasd aan, herhaalde het percentage en noemde mijn kijk ‘optimistisch’.
Het behandelplan dat hij voorstelde begint, net zoals mijn oncoloog had voorgesteld, met 4 keer tweewekelijks de chemokuur Folfirinox, gevolgd door een CT-scan. In het Erasmus MC plakken ze daar nog vier kuren Folfirinox aan vast. Daarna volgt een experimentele stralingsbehandeling, de zogenaamde stereotactische radiotherapie, waarin de tumor heel gericht bestraald wordt. Dat is een behandeling die in Den Bosch niet gegeven wordt.  
Doel van die behandelingen is de tumor zodanig te verkleinen dat de bloedvaten weer vrij liggen en ik geopereerd kan worden. ‘En dan zijn we’, vervolgde Casper van Eijck monter, ‘negen maanden verder en tegen die tijd zijn we gestart met een nieuwe behandeling om het immuunsysteem te activeren’. Die immuunbehandeling zou ik op dat moment ook krijgen, om te zorgen dat de kanker na de operatie niet terug komt.
Fantastisch scenario hè?! Maar voordat jullie, net als ikzelf even, helemaal wegdromen, zal ik de eerste grote MAAR schetsen. Voorwaarde is namelijk dat er géén uitzaaiingen zijn. Als die er wél zijn, krijg ik geen bestraling en geen operatie. Dan rest mij alleen de chemo, met als enig doel de kanker remmen en mijn levensduur verlengen.
In Rotterdam willen ze, vóór de start van alle geschetste behandelingen, zeker weten dat ik geen uitzaaiingen heb. Dat controleren ze via een kijkoperatie. Instemmen met de Rotterdamse behandeling, betekende dus ook instemmen met die kijkoperatie en – daardoor – uitstel van de voor vandaag geplande start van de eerste chemo in Den Bosch.
Van de professor kregen we allemaal papieren mee om er rustig over na te denken. Na een leespauze in de kantine en telefonisch overleg met een gespecialiseerd verpleegkundige in mijn ziekenhuis (mijn oncoloog was er helaas niet), gingen we terug naar Van Eijck en vertelden hem dat ik mee wil doen aan zijn behandelingen. Ik grapte nog tegen de professor dat hij tijdens de kijkoperatie beter een zonnebril kon opzetten, zodat hij eventuele uitzaaiingen niet zou zien, maar daar reageerde hij niet op. Later zag ik toch een glimp van zijn geroemde empathie. Dat was toen hij een stukje met ons opliep naar de anesthesist en ik in reactie op het nieuws dat ik diezelfde dinsdagmiddag ook nog een CT-scan zou krijgen, verzuchtte dat er nu wel heel veel mogelijkheden waren om die uitzaaiingen bij mij te ontdekken. Hij sloeg even een arm om me heen en zei dat hij daar vooralsnog niet van uit ging.  
Morgenochtend word ik om 8.00 uur in het Rotterdamse ziekenhuis verwacht voor de kijkoperatie. Aanstaande maandag, of uiterlijk dinsdag, start ik met de eerste chemo in Den Bosch. En tot die tijd houd ik het op een beetje hoop en de grote wens dat die kanker zich niet verder heeft verspreid.

 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu