Een echte afwijking - Wietske Dijkstra - auteur

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Een echte afwijking

Maandag 29 maart 2010, 9.45 uur

Alweer lig ik met ontbloot bovenlijf op een onderzoekstafel. Dit keer is het de gespecialiseerd verpleegkundige die met haar hand draaiende bewegingen over mijn borsten maakt.
"Het is goed dat u gekomen bent", zegt ze, als ik weer aangekleed tegenover haar zit. "Rechts heb ik iets gevoeld dat geen klierweefsel is, maar een echte afwijking."
De woorden echoën na in mijn hoofd: ‘een echte afwijking’.
"Ook in de oksel heb ik iets gevoeld", vervolgt ze. "Maar dat kan ook komen door een wondje. Bijvoorbeeld omdat u zich geschoren heeft."

Ik begrijp het niet. Deze verpleegkundige heeft mij voor het onderzoek uitgelegd wat me deze ochtend op de mamapoli - waarnaar de huisarts mij heeft doorverwezen - staat te gebeuren. Na het lichamelijk onderzoek worden een röntgenfoto (mammografie) en een echo gemaakt met eventueel een punctie of een biopt (waarbij ze met een naald weefsel weghalen). Daarna zal ik van haar de resultaten van die onderzoeken horen.
Hoe kan het dat ze mij nu al, door alleen maar te voelen, vertelt dat er sprake is van een echte afwijking? Daarvoor moeten ze toch eerst het weefsel onderzoeken?

Twee jaar geleden is ook weefsel onderzocht en bleek het vals alarm. Het was goedaardig, een fibroadenoom. Dat vreemde woord heeft de chirurg toen nog speciaal voor me opgeschreven. Fibroadenoom, een goedaardig gezwel.
Wie weet is het dit keer weer goedaardig.
Ik laat me niet gek maken.
Ik schud de verpleegkundige de hand en neem plaats in de wachtruimte voor de röntgenfoto.

 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu