Hoofdmenu:
Maandag 19 december 2016
Ze belde pas om vijf uur, mijn oncoloog. De vraag wat zíj zou doen, kon ze niet beantwoorden. ‘Ik heb die ziekte niet.’ Maar ze legde het, met haar vriendelijke stem, nog eens duidelijk uit. ‘De enige kans op genezing is opereren. Op dit moment is opereren niet mogelijk. Dat kan alleen als de kanker reageert op de chemokuur en dat is dan ook de enige kans op curatie die ik kan bieden. Al het andere is palliatief, levensverlengend.’
Of zij dacht dat ik een kans maakte, hoe groot de kans überhaupt is, dat de chemo zodanig aanslaat dat ik na vier keer operabel zou zijn? Ze wist het niet. Daarvoor is het toepassen van de chemo te recent, zijn er te weinig cijfers bekend. Wél kon ze me vertellen dat de tumor bij een andere patiënt van haar, na vier kuren, zodanig geslonken was dat een operatie mogelijk is. ‘Ik hoop heel erg dat dit bij u ook het geval is.’ Ze is lief, mijn oncoloog.
Ik schrijf alweer veel te veel, zeker voor het beloofde korte bericht. Ik heb haar natuurlijk gezegd dat ik het ga doen, morgen. Starten met mijn tweede kuur. Ik weet niet of het haar antwoorden waren; of de afgelopen dagen waarin ik me weer zoveel beter voelde; of de druk van mijn gelieven; of toch mijn eigen levenslust. Feit is dat ik me vanaf gisteravond al lekker grumpy aan het voorbereiden was op het komend onheil. Maar sinds ik aan het einde van de middag mijn definitieve ja-