Femme fatale - Wietske Dijkstra - auteur

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Femme fatale

Donderdag 1 juli 2010

Donderdag twee weken geleden knipte Floor mijn haar. Dat kon geen uitstel meer dulden, dacht ik, omdat de haren er die dag al met bosjes uitvielen. Ik meende dat die haaruitval in een vloek en een zucht voorbij zou zijn - je trekt een paar keer aan je hoofd en je bent kaal.
Dat is niet zo.
‘Waarom heeft niemand mij daarover verteld’, dacht ik vertwijfeld bij het leeghalen van het zoveelste wastafel- en doucheputje of het stofzuigen van mijn kussensloop. Handen- en handen- en handenvol haren heb ik van mijn hoofd naar de prullenbak gedragen – met terugwerkende kracht trots op die immense hoeveelheid (immer verguisde) steile, gladde haren. Pas op maandagavond zagen we iets van de hoofdhuid erdoorheen en heeft Walter de coupe van Floor en Driek, waarmee ik vierenhalve dag trots heb rondgestapt, gemillimeterd. De volgende ochtend, na weer zo’n waanzinnig vol doucheputje, was ik officieel niet meer toonbaar aan de buitenwacht.
"Je bent net een baby mama", zei Floor, doelend op die paar pluizige haren op mijn witte hoofdhuid. "Schattig!" en aaide me over mijn bol.  
‘Ontluisterend’ was het woord dat mij te binnen schoot.
De pruik ging uit de doos en op mijn hoofd. De pruikenpony prikte in mijn ogen, het pruikenhaar kriebelde in mijn nek en over mijn wangen, waar anders - tijdens een snelle fietstocht - de wind verkoeling zou hebben gebracht. Op de fiets naar de stad hoopte ik dat niemand mij zou herkennen met die vreemde, roodachtige, wijd uitstaande nephaardos op mijn hoofd. Terug thuis ging de pruik weer in de doos.
Die avond - de dag vóór de tweede chemo - gingen we uit eten. Dankzij een buff, moslimmutsje, hoed, ogenpotlood en oorbellen toonde het spiegelbeeld mij iemand waarin ik mezelf graag herkende. En meer dan dat. Als ik de reacties mag geloven van Walter, Floor en mijn immer complimenteuze tennisvriendinnen (later die avond op de tennisbaan), zie ik er zelfs beter uit!
"Word ik op mijn 48 e alsnog een femme fatale", bedacht ik gniffelend en kondigde direct een stukje met die titel aan.

Maar dat was allemaal vóór de tweede chemo die – zoals ik al eerder schreef – me een vervelende eerste middag en avond bezorgde en mij ook de dagen daarna minder vrolijk stemde. Het is vermoedelijk vooral een mentale kwestie. Objectief bezien heb ik niet zoveel meer kwaaltjes dan de vorige keer.
Inmiddels zit de tweede gifstoot er ruim een week in, heb ik (natuurlijk) alweer twee keer ‘hard’gelopen, valt de hitte me niet zwaar (hoewel haren duizend keer beter koelen dan welk doekje of petje dan ook) en heb ik bovendien vervolgstappen gezet in de richting van de status van fatale vrouw.  
Vandaag ben ik bij de schoonheidsspecialiste geweest en heb ik voor het eerst van mijn leven oogschaduw gekocht (en goede lipstick en nog zo wat). Als ik al die spullen net zo mooi op mijn gezicht kan aanbrengen als deze dame vandaag heeft gedaan (en als ik daar ook de puf voor heb), kom ik vast in de buurt van mijn nieuwe gedroomde status.
Moet ik overigens niet vergeten een muts of hoed te dragen want anders – zegt Walter – doen die zwart aangezette ogen onder mijn kale witte hoofdhuid aan een doodskopaapje denken.  


 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu