Hoofdmenu:
Donderdag 25 mei 2017
We zitten hier bij mij thuis ineens midden in een grote opruiming. Buiten staat Walters bureau in stukken, omgeven door allerlei lege dozen. Binnen, in de werkkamer, raast de stofzuiger. De dweil maakt met een lekker luchtje het karwei af.
Het komt allemaal door het bed dat de thuiszorg morgenochtend tussen 7.00 en 10.00 uur komt brengen. Een bed dat, net als in een ziekenhuis, omhoog kan worden gezet. En dat is, voor mijn op het oog zes maanden zwangere buik, prettiger liggen. Het idee is dat ik voortaan mijn dutjes overdag hier beneden in de werkkamer doe, en alleen voor nacht & badkamer de trap naar boven neem. Dan houd ik mogelijk nog wat energie over voor een waggelende wandeling op mijn Michelin-
Al dat vocht in mijn lijf was twee weken geleden de directe aanleiding om me in het ziekenhuis te laten onderzoeken, waarna bleek dat mijn kanker was uitgezaaid en er ‘niets meer aan te doen was’. Een uur na ontvangst van dat uitzichtloze nieuws waren we weer thuis en konden we het gedrieën tot ons door laten dringen.
Floor had net haar eerste twee examens erop zitten en heeft zich in de tijd daarna, zo goed en zo kwaad als dat ging, op de volgende zes geconcentreerd. Walter en ik probeerden haar daarbij zoveel mogelijk te helpen (met duimen, uitzwaaien, dat soort dingen).
Daarnaast heb ik mijn hoofd gebroken over hoe en wanneer ik afscheid zou nemen, vooral omdat ik niet wist hoe lang de voorraad energie nog zou strekken. Lang genoeg, is mij gebleken. Vanmiddag heb ik, met tranen in het hart, mijn laatste groepje uitgezwaaid, anderhalve week geleden startte ik met een mooi en emotioneel afscheid van mijn familie. Daartussenin zag, sprak en knuffelde ik veel collega’s, vrienden en naasten die mij zeer dierbaar zijn. Mijn doel, de kring steeds kleiner maken, zodat ik de mij resterende tijd vooral kan besteden aan Walter en Floor, komt in zicht. Natuurlijk steeds onder het motto, ‘liever een keer te veel afscheid nemen, dan één keer te weinig’.
En ondertussen voorspelde iedere deurbel de afgelopen weken de levering van alwéér een prachtige bos bloemen. Walter moest wel eens de neiging onderdrukken ze linea recta de vuilnisbak in te gooien onder de verzuchting: ‘de aanleiding is niet in orde!’ Zelf vind ik die bloemen nog steeds buitengewoon mooi en verwarmt iedere bos mijn hart. En dat doen ook de stapels lieve kaarten die de post met iedere ronde in onze brievenbus bezorgt en de extra doos die de nabije collega’s afgelopen maandag hier thuis kwamen brengen. Én de meelevende e-
Ik weet niet wanneer dat moment zal aanbreken. Als het aan mij ligt, rekken we het nog even. Geniet ik van de zon in onze schaduwrijke tuin, hoop ik nog steeds dat ik de uitslag van Floors examen (14 juni) mag meemaken en dat Floor – dankzij mijn redelijke conditie – toch nog meegaat met haar vriendinnen op de al lang geboekte vakantieweek naar Malta (vertrek over anderhalve week).