Hartgrondige hypochonder viert feest - Wietske Dijkstra - auteur

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Hartgrondige hypochonder viert feest

Maandag 14 maart 2011

Afgelopen vrijdag heb ik de uitslag van mijn ‘eenjaars’onderzoeken gehad.
Alles in orde! Geen kanker in mijn andere borst. Bij het litteken geen onregelmatigheden.

De afgelopen maanden had ik steeds gemijmerd dat als ik deze goede uitslag zou krijgen, ik mijn verjaardag (25 maart) zou aangrijpen om het kankerjaar feestelijk af te sluiten. Vieren dat ik er nog ben. Vieren dat alles goed gaat. Vieren dat ik weer beter ben.

Maar tussen die droom en de uitvoering daarvan, bleek de werkelijkheid weerbarstig. Hypochondrisch weerbarstig!
Naarmate mijn eenjaarscontrole (met MRI en echo) dichterbij kwam, wist ik zekerder en zekerder dat er van alles mis was.

Bijvoorbeeld de pijn in mijn nek, drie dagen voor het bezoek aan de chirurg van wie ik de uitslag van de onderzoeken zou krijgen.
In de nacht deed het echt flink zeer. Voldoende om de volgende dag uitgebreid te googlen op nekwervels, borstkanker en uitzaaiingen. De beschreven verschijnselen kwamen precies overeen met wat ik voelde. Geen twijfel meer mogelijk, leek me.
De volgende dag was de nekpijn een stuk minder. De uitzaaiingzorgen verminderden daarmee ook, maar helaas niet zo snel als het verdwijnen van de pijn.

Dus zat ik – zaten wij – afgelopen vrijdag behoorlijk nerveus bij de chirurg.
Het goede nieuws maakte me nauwelijks blij. "Ach", dacht ik als een echte hypochonder. "Het kan dan wel goed zijn in de borststreek, maar als het is uitgezaaid heb ik daar toch niets aan?"
Mijn chirurg hoorde mijn nekklachten aan, voelde en zei dat uitzaaiingen haar onlogisch leken. Evenzogoed bood ze direct aan een foto te laten maken, om mij gerust te stellen.
De beslissing over het maken van die foto hebben we nog even uitgesteld. Het leek mij toch wat overdreven. ‘Vrouw maakt zich druk over uitslag van onderzoeken en krijgt spanningshoofd- en nekpijn.’

Dankzij mijn dochter weet ik inmiddels zo goed als zeker dat – voor zover ik al uitzaaiingen heb – deze niet in mijn nek zitten. Ze klaagde diezelfde vrijdag namelijk ook over nekpijn. Haar verschijnselen kwamen precies overeen met de mijne, dus vermoedelijk ben ik (slechts) door een gemeen virusje geplaagd!

Misschien wordt de hypochondrie ook wel gevoed door mijn herstel-en-balansgroep.
Eén van ons viel, tijdens een potje badminton, pijnlijk op haar rug. Zó pijnlijk, dat ze direct doorging naar het ziekenhuis. (We stuurden haar bloemen, waarbij ik de tekst verzon: "Veel sterkte en liefs van de kankerdames" – herstel-en-balansgroep leek me zo lang. De bloemenbezorger durfde de kaart met die tekst – die ik telefonisch ook al vier keer had moeten herhalen – niet af te geven. Hij las hem aan de deur voor.)
In het ziekenhuis zagen ze bij deze ‘kankerdame’ behalve een scheurtje in een wervel – waardoor ze ons programma niet meer kan afmaken – ook iets anders. Mogelijk een uitzaaiing (50 % kans), de uitslag van nadere onderzoeken wacht zij – en wij(!) – nog af. Bijna tegelijkertijd werd onze jongste ‘kankerdame’ ook al onderzocht op uitzaaiingen vanwege lage rugpijn. Bij haar was gelukkig goed nieuws te bejubelen. Weer een ander heeft voortdurend ontstekingen rond het litteken en zit daarvoor wekelijks in het ziekenhuis.
Zo houden wij kankerdames elkaar goed bezig over kankerzaken en aanverwant.  

Afgelopen weekend - dat we gedrieën in Zuid-Limburg hebben doorgebracht – liet ik het vrijdagse nieuws bezinken. We skieden(!) in Landgraaf en ik kreeg Walter en Floor mee naar het drielandenpunt op de Vaalserberg. Walter en ik rennend, Floor – die ik om strategische redenen niet volledig had voorbereid op het hoogteverschil –op de fiets. ("Is de huurfiets fijn Floor?" "Nee. Deze fiets komt helemaal niet vooruit, het lijkt wel of t ie aan de grond vastplakt." Op de terugweg naar beneden, hard knijpend in de remmen, kon ook zijzelf om die tekst wel lachen.)
Gaandeweg het weekend, ver weg van mijn kankerdames en het gewone leven, sijpelde de blijdschap over de goede uitslag van de onderzoeken door. Het betekent immers dat ik weer verder mag met: ‘doen alsof ik beter ben’.

Méér dan dat kan het niet worden, omdat - zo heb ik me deze weken opnieuw gerealiseerd – er geen garanties zijn.   
Maar doen alsof ik beter ben (voor een beetje hypochonder het hoogst haalbare), is ook fantastisch!

Ruim voldoende reden om mijn verjaardag en het einde van dit kankerjaar inderdaad te vieren!




 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu