Nanoknife - Wietske Dijkstra - auteur

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Nanoknife

Dinsdag 10 januari 2017

Als je je zo goed voelt als ik me de laatste tijd voel, vergeet je soms even dat alvleesklierkanker een behoorlijke heftige ziekte is, met vrij hopeloze overlevingsprognoses. Vandaag werden Walter en ik weer even met onze neus op die feiten gedrukt. We waren op bezoek bij het VU Medisch Centrum in Amsterdam, om met interventieradioloog dr. Meijerink te praten over Irreversibele Elektroporatie (IRE), ook wel NanoKnife genoemd. Dat is een nieuwe, experimentele behandeling, waarbij de radioloog stroom geleidende naalden via de huid in het lichaam brengt en door die naalden (elektroden) stroomstootjes verzendt naar de tumor. Er zijn mooie resultaten mee behaald in de VS en ook in Nederland. Verlenging van leven met soms wel een paar jaar.
We hebben bijna een uur met deze enthousiaste en openhartige radioloog gesproken. Hij toonde ons eerst de CT-scan die eind november in Rotterdam was gemaakt, vlak voordat de chemo startte. Op basis van die CT-scan kom ik voor de NanoKnife in aanmerking, want mijn tumor is met 4,6 cm nog net iets kleiner dan de 5 centimeter die hij maximaal voor deze behandeling mag zijn. Bovendien is het gezwel hopelijk, na de vier chemo’s, weer wat geslonken. So far, so good.
Maar het allermooiste zou natuurlijk nog steeds zijn dat mijn tumor na vier chemo’s operabel is, omdat dit immers de enige kans is op volledige genezing. De afgelopen week, toen de derde chemo amper energie, conditie en eetlust kostte, begon ik toch stiekem een beetje weg te dromen bij een dergelijk bizar goed scenario. Dr. Meijerink maakte er korte metten mee. Mijn tumor zit helemaal rondom drie belangrijke bloedvaten en ook al zou de kanker slinken, die bloedvaten komen daardoor niet vrij. Hij acht het daarom min of meer uitgesloten dat ik geopereerd kan worden. ‘Veel verschil’, voegde hij daaraan toe, ‘maakt dat ook weer niet. Van alle mensen die geopereerd worden, dus ook mensen met een tumor van maar één centimeter, geneest maar vijf tot tien procent.’ De gemiddelde overleving van mensen die bijvoorbeeld met Nanoknife en chemo behandeld worden, is volgens hem daarmee eigenlijk net zo hoog als die van mensen die geopereerd worden. En die gemiddelde overleving bedraagt nu ongeveer twintig maanden.

Als ik me aanmeld voor deze NanoKnife behandeling is het nog niet zeker dat ik hem krijg. Het is onderdeel van een studie en loting bepaalt of ik met de NanoKnife, óf een nieuwe vorm van bestraling zal worden behandeld. Die bestraling heeft plaats in een MRI-scan, waarvan er nog maar vijf op de wereld bestaan. Het VU Medisch Centrum heeft als eerste in Nederland sinds een klein jaar één van die vijf in zijn bezit. Dankzij de MRI zijn alle (bewegende) organen rond de alvleesklier in beeld en kan de bestraling héél precies gegeven worden, bijvoorbeeld tijdens het inhouden van de adem.  

We beslissen pas begin februari over wel of niet meedoen aan dit Amsterdamse onderzoek, omdat we eerst de uitslag willen afwachten van de CT-scan die na vier chemo’s wordt gemaakt. Maar evenzogoed houden ze in het VU Medisch Centrum voor mij half maart al een plaatsje vrij, voor NanoKnife (of MRI-bestraling). Dat is fijn. Leuk is ook dat ik zo direct weer eens naar mijn tennistraining ga! Ik weet niet of het komt omdat de eerste Valse Fox, op 100 %, alweer ver achter me ligt of omdat ik inmiddels drie keer bij de acupuncturiste ben geweest, maar mijn conditie lijkt steeds beter en dat is heel aangenaam.  

 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu