Hoofdmenu:
Zondag 30 april 2017
Al vaker deze maanden heb ik jullie willen schrijven over mijn ‘stofjestheorie’. Steeds dacht ik daar nog wel even mee te kunnen wachten, maar ik wil dingen ook zo min mogelijk uitstellen.
Misschien ben ik er te vroeg mee, maar dat maakt niet uit. Dat zou zelfs heel fijn zijn! Ik haal m dan later wel weer tevoorschijn.
Mijn stofjestheorie heeft te doen met: ‘Ashes to ashes, dust tot dust’. In de eerste weken na de diagnose heb ik m aan Walter en Floor uitgelegd.
De theorie is dat mijn leven, in het licht van de eeuwigheid, niet veel meer is dan een stofje, een zandkorreltje. Zo voelt dat ook. Ik heb hier mogen zijn, het was mooi en daarna verword ik tot iets on-
Troostrijk vind ik ook om te bedenken dat Walter, Floor, of wie daar dan ook behoefte aan zou hebben, even naast mijn zandkorreltje kan gaan zitten. In een woestijn, een zandbak, naast een klont aarde – of, als mijn restant een waterdruppeltje zou gelijken, aan een zwembad, rivier of zee. Vroeg of laat komt op die plek de zon op en hoop ik dat het wonderbaarlijke begin van de dag, de belofte van nieuw leven die daarin verscholen ligt, mijn geliefden de kracht geeft om verder te gaan.
De aanleiding om jullie nu over mijn stofjestheorie te schrijven, is niet heel concreet. Jullie weten natuurlijk dat het mij, sinds de laatste bestraling, helaas niet spectaculair beter is gegaan. Heel veel slechter was het aanvankelijk ook niet, maar de laatste weken/dagen heb ik wel erg veel last van een opgeblazen buik en darmen, waardoor ik steeds moeilijker kan eten, vaak misselijk ben en steeds meer pijn ervaar.
Vrijdag hebben we wat artsen gemobiliseerd en het resultaat daarvan is dat ik komende woensdag hier in Den Bosch bij de oncoloog terecht kan voor nader onderzoek. Mogelijk dat de doorgang naar mijn darmen en / of lever deels is afgesloten, of misschien heeft de methadon mijn darmen platgelegd. Voor dat laatste is vast een oplossing te vinden, dus dat is mooi. Misschien dat voor die andere oorzaken ook een (tijdelijke) remedie bestaat. Maar echt gunstig lijken de signalen op dit moment niet.
De oncoloog vroeg mijn huisarts vrijdag of ik opgenomen moest worden en hij antwoordde daarop met een overtuigend: ‘Nee!’ Gelukkig maar, want nu heb ik gisteren heerlijk kunnen kijken bij de competitiewedstrijden van mijn tennisteam. Dat was eindeloos leuk. De nostalgische geur van gravel inademen (ook al ruik je het niet) en meedelen in de gezelligheid en euforie over nipte overwinningen. Het verving een middag lang moeiteloos mijn nare buik en de verdrietige vooruitzichten.
Gisteravond, toen ik dit stukje thuis voorlas, zei Floor verstandig: ‘We moeten komende woensdag eerst maar eens afwachten’. En zo is het! Ik probeer tot die tijd in conditie te blijven. Veel wandelen en zoveel mogelijk eten, aangevuld met de Nutricia-