Tatoeages - Wietske Dijkstra - auteur

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Tatoeages

Vrijdag 10 september 2010

"Ze zijn nauwelijks van een gewone moedervlek te onderscheiden", is mij vooraf verteld over de tatoeages die worden aangebracht voor de bestraling. Maar volgens mijn immer openhartige dochter klopt dat niet. "Je ziet echt dat het tatoeages zijn", zegt ze over de zwarte punten die sinds dinsdag onuitwisbaar in mijn nek en hals staan. "Het lijkt net of er een baardhaar zit", is Walters opbeurende commentaar.

Het bestralen begint pas over een week of vier, maar afgelopen dinsdag zijn die tatoeages alvast gezet in Tilburg (Den Bosch heeft geen radiotherapie).

Dat gebeurde tijdens een CT-scan waarvoor ik een kwartier met ontbloot bovenlijf, heel stil en met mijn armen omhoog moest liggen.
Aan het eind van dat kwartier was het tijd voor de tatoeages.
"Ik leg eerst wat inkt op de plaatsen waar de tatoeages komen", legde het meisje van de CT-scan uit, "en daarna prik ik er met een naald in."
Haar woorden drongen niet goed tot me door. Ik verlangde slechts naar het moment waarop ik mijn armen weer naar beneden mocht doen en de koude CT-ruimte kon verlaten om mijn warme kleren aan te trekken.
Het CT-meisje voegde de daad bij het woord en morste koude inkt op mijn huid. Dat kietelde.
Vervolgens prikte ze.
"Au", riep ik. "Au", herhaalde ik na de tweede prik, terwijl ik mijn benen heen en weer schopte. "Vertellen jullie expres niet van te voren, dat het zeer doet?"
"Ehm ja", antwoordde het meisje, "anders zien mensen er tegenop".
"Au", riep ik voor de derde keer. "Hoeveel prikken komen er nog?"  
"Nog zes" zei het meisje, dat onverstoorbaar doorprikte.
Zes pijnscheuten later mocht ik mijn armen naar beneden doen en opstaan.
"Kun je aanwijzen waar die tatoeages staan", vroeg ik het meisje.
Ze liep met me mee naar de kleedruimte waar een kleine spiegel hing. Ze wees op de plekken in mijn nek, op mijn borstkas, in mijn zij.
"Bloed", zei ik vol afgrijzen, wijzend op mijn zij.
"Ja", zei ze, "dat geeft niet, dat droogt wel".
"Nog meer bloed", zei ik, wijzend op mijn andere zij.
Ze zuchtte, pakte een watje en veegde beide druppeltjes weg. "Het kan wel eens dat we een bloedvaatje aanprikken. Dat is niet erg."
Ik kreeg een hand en mocht mijn kleren weer aantrekken.

Begin oktober start de bestraling. Dat gebeurt dan iedere werkdag in Tilburg (gedurende hooguit een paar minuten) ofwel 16, ofwel 25 dagen achter elkaar.
Maar eerst nog maar ‘even’ mijn laatste chemo krijgen, aanstaande woensdag,
15 september.


 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu