Hoofdmenu:
Donderdag 23 maart 2017
Die zon! Die krokussen, bloesembomen, blauwe lucht! Ik bedoel: begin november meldde ik als levensverwachting een paar maanden tot een jaar. De slechtste prognose heb ik in ieder geval al overtroffen en dat ik deze stralende voorjaarsdagen gewoon meemaak, voelt als een toegift! Met uitroeptekens!
Vandaag had ik mijn vijfde en laatste bestraling bij het VUmc in Amsterdam. Het liep gesmeerd, zoals de bestralingen, ná de eerste mislukte, eigenlijk steeds heel soepel zijn gegaan. Opgelucht klauterde ik uit het apparaat en voelde me opnieuw zéér bevoorrecht dat ik gebruik mag maken van deze gloednieuwe behandelmethode. Voor wie er meer over wil weten: https://www.vumc.nl/afdelingen/voor-
Na de bestraling spraken we met haar over hoe het verder gaat, maar helaas kan zij daar eigenlijk niets zinnigs over zeggen. Ze vertelde over alvleesklierkankerpatiënten die tijdens de bestraling al zo veel pijn hadden, en zo vermagerden, dat zij verwachtte dat het hen daarna ook niet goed zou gaan. Maar soms ging het daarná juist steeds beter. Terwijl anderen, die tijdens de bestraling geen last hadden en er fluitend doorheen kwamen, bij de eerste controlescan juist uitzaaiingen bleken te hebben.
Over drie maanden volgt voor mij die controlescan, waarop de tumor kleiner, hetzelfde, of groter zal zijn. Maar zelfs als het groter is, zegt dat weinig. Ten eerste omdat na de bestraling littekenweefsel resteert en je dus altijd wel iets blijft zien. Ten tweede omdat tussen de vorige controlescan en de eerste bestraling soms (veel) tijd heeft gezeten, waarin de tumor is gegroeid. De scan is, zo begrijp ik uit haar toelichting, vooral van belang om te zien of er uitzaaiingen zijn.
Het is dus afwachten.
De komende dagen moet ik van haar dexamethason blijven slikken, het middel dat mij rode koontjes bezorgt, geestelijk héél wakker houdt en officieel ook helpt tegen bestralingszwellingen en misselijkheid (ik gebruikte het ook tijdens de chemo’s). Om geen hallucinaties te stimuleren, ben ik met de wietolie maar even gestopt. Ook al omdat het me niet goed leek te combineren met methadon, het middel dat ik sinds een dag of tien als pijnstiller slik. Methadon? Ja, methadon! Ik kende het ook alleen uit reportages over heroïneverslaving, maar heb gemerkt dat het bij mij als pijnstiller goed voldoet, beter dan de morfine die, ondanks herhaalde dosisverdubbelingen, geen pijnverlichting meer gaf. Eigenlijk zorgde het alleen nog voor serieuze obstipatie.
De komende week, verwacht dokter Bruynzeel, zal mijn pijn-
‘Stel je toch voor’, zei ik daarnet tegen Walter en Floor. ‘Stel je toch voor dat ik inderdaad tot de alvleesklierkankerpatiënten behoor bij wie de bestraling helpt. Dan zou ik de komende weken, misschien maanden, gewoon in goede conditie verder leven. Onder de voorjaarszon, de zomerzon, mogelijk zelfs de herfstzon! En…’ wilde ik verder gaan met alle dingen die er de komende tijd dan zouden kunnen. ‘Ik wil er nog niet aan denken’, zei Floor.